Praten tegen mijn ongeboren kind

Gepubliceerd op 12 maart 2021 om 22:50

Ik wilde een band met jou opbouwen maar ik merkte dat ik het moeilijk vond om me te hechten

“Hey pssssstt, kleine man? Ben je wakker?” Fluisterde ik zachtjes.
“We zijn weer even samen, jij en ik, heb je zin om een beetje te kletsen?”

Als ik in de auto stapte begon ik altijd een gesprek met jou.
Ik wilde een band met jou opbouwen maar ik merkte dat ik het moeilijk vond om me te hechten aan een baby die ik niet kende.

Het is zo’n gek idee dat er een kindje in mijn buik groeit. Door mijn overgewicht ziet niemand dat ik zwanger ben.
Mijn familie, vrienden en naaste collega’s wisten wel dat ik zwanger was maar collega’s van andere afdelingen niet en buren die wat verder weg stonden ook niet.
Ik was gestopt met zeggen “Je ziet het misschien niet maar ik ben zwanger”.
Waar sommige vrouwen een: ‘I didn't know i was pregnant’ meemaakte, maakte ik “Ik wist niet eens dat jij zwanger was” mee.
Mijn hele zwangerschap had ik kunnen doen alsof ik niet zwanger was.
Want je ziet het niet aan mij als je het niet weet. Ik moest mezelf er trouwens ook constant aan helpen herinneren.
Ik voelde me tijdens mijn zwangerschap lichamelijk supergoed, dus dan vergeet je het een beetje, denk ik?
Normaal zouden winkelruiten, als je erlangs loopt, je helpen herinneren dat je zwanger bent.
Maar als ik langs een winkelruit liep zag ik geen zwangere buik. Ik was gewoon dik, zoals altijd.

Tijdens onze gesprekjes vertelde ik je eerlijk dat ik het spannend vond dat je kwam.
Dat ik me ook goed kon voorstellen dat jij het misschien ook wel erg spannend zou vinden.
Ik beloofde je dat ik er voor jou zal zijn, je hele leven lang. Vooral op emotioneel vlak.
Ik was zelf zo gevoelig altijd en voelde me vaak onbegrepen en ik had vaak het idee dat emoties er niet mochten zijn.
Ik vertelde, dat ik je graag wilde leren kennen en dat ik naast je zal staan, voor je zal staan en achter je zal staan.
Oh en als ik er even niet was? Weet dan dat ik altijd dichtbij ben!

Natuurlijk vertelde ik je ook dat ik zo geschrokken was dat jij een jongen bent. Daar heb je recht op. Met liegen kom je er niet.
Ze kunnen je beter raar vinden omdat je de waarheid verteld dan dat ze je accepteren omdat je liegt.
Blijf bij jezelf, altijd. Dan trek je de juiste mensen aan. Ik ga jou natuurlijk leren dat alle emoties er mogen zijn.
Ook als de wereld dat niet oké vindt.
Ook jongens mogen emoties hebben en jij mag bij mij helemaal zijn wie je bent.
Ik had namelijk zo’n bloedhekel aan de opmerking “Huil niet, je bent toch geen meisje”.
Dat werd vaak tegen jongens gezegd, giftig werd ik dan.
Natuurlijk hoeft een kind ook niet overal om te janken, maar niet mogen huilen past niet in mijn wereld.

Je voelde als een cadeautje. Want als ik mocht kiezen van tevoren, wat gelukkig niet kan, had ik een meisje gekozen.
Maar nu was ik zwanger van een cadeautje, zo zag ik je inmiddels als een cadeautje.
Oh en wat was ik inmiddels nieuwsgierig naar jou.
(Nu ik dit typ lopen de tranen over mijn wangen, jongen eigenlijk ben je er nog niet echt in dit verhaal. Maar stiekem leef ik natuurlijk al 2,5 jaar verder. Kind wat een prachtig cadeau ben je.)

In die periode werd het nummer ‘Mooier dan mooi’ van Monique Smit en Wesley Klein, steeds gedraaid op de radio en in het begin dacht ik echt dat het toeval was dat je dan steeds heel druk werd in mijn buik, maar het was geen toeval want je deed het keer op keer.

Waar ik altijd haast heb, vooral tijdens het praten, is Jos de rust zelve.
Wij noemde Jos dan ook altijd Stoffel de schildpad van de Fabeltjeskrant.
Jos doet alles op zijn gemak en ik maak regelmatig de grap:
“Jij zal nooit sterven aan een te hoge bloeddruk”.

Stiekem ben ik natuurlijk verschrikkelijk jaloers.
Het lijkt me heerlijk om zulke innerlijke rust te kunnen ervaren terwijl je bijna het vliegtuig mist.
Een man die het tegenovergestelde van mij is, is echt heel fijn om te hebben.
Stel je voor, 2 stresskippen in 1 hok. Van helder nadenken komt dan niet veel terecht.

Stoffel was daarom zijn bijnaam, plagen is liefde zeggen wij altijd.
“Jongen als ik stop met jou plagen, dan zou ik me zorgen gaan maken want dan is de liefde over” zeg ik altijd om mijn plaag-acties goed te praten.
Ook jou, mijn kleine jongen, ga ik heel veel plagen.

 

Nu onze baby een jongetje blijkt, groeide er een kleine ‘Stoffel’ in mijn buik en kregen we steeds vaker cadeautjes met schildpadjes erop. Er moest dan ook echt een schildpad op het geboortekaartje komen.
Oh en ga maar eens een geboortekaartje uitzoeken als je én Suus heet én vol hormonen zit.
DRAMA! Niks was mooi, niks was perfect.
Het moest ouderwetser, er moest persé een ooievaar op en ook persé een schildpad bij, oh én uiteindelijk leek het niet op een geboortekaartje en moest er halsoverkop een wiegje op een zebra getekend worden.
(Lastig mens.. maar tot de dag van vandaag ben ik wel blij met het kaartje)


Een tekst vinden vond ik ook moeilijk, want ik kende de baby nog niet, dus hoe moest ik nou echt iets voelen bij een tekst?
Hoe kan je nou een tekst op een kaartje zetten zonder dat je het kindje gezien hebt? Ik kon toch niet gewoon iets kiezen?
Ik wilde een tekst in mijn diepste binnenste voelen.

“Suus, wat doe je moeilijk, alleen jij bedenkt zoiets. Ik heb nog nooit iemand daarover gehoord” zeiden andere.

 

Maar weet je waar ik echt vette buikpijn van kreeg?
Er was geen enkele jongensnaam die een wauw-factor veroorzaakte in mijn lijf!
Help, je kan toch niet zonder naam geboren worden?

Wordt vervolgd.

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.